Column: De Wens van het Volk

Damascus

Een kwartier doorbrengen in een Damasceense taxi-met-radio op de dag voor het ‘referendum’ is erg interessant. Een pro-Syrische Libanees verklaart Syrië en Libanon één land en één economie te vinden, en heft vervolgens een lied aan met de strekking “Ik zing voor u, oh Bashar, ik zing vanuit mijn hart.” De presentatrice van het radioprogramma doet ook een duit in het zakje door Assad “de ziel van ons land” te noemen. Het volgende nummer dat de luisteraar te horen krijgt, een lied dat men deze dagen uit alle mogelijke hoeken en gaten over zich uitgeschald krijgt, heet “Minhibbak”: “wij houden van u!” Mijn taxichauffeur neuriet vrolijk mee.

De volgende dag, zondag, is het dan zover. ’s Ochtends houd ik het televisiekijken niet langer dan een kwartier vol. De buitenlandse bezetting in Irak, de constante dreiging vanuit Israël, Bashar’s kundige verzet tegen dit alles: het passeert voor de zekerheid allemaal nog eens de revue. “Wij zijn met u, alle journalisten zijn met u, onze ziel, heel uw volk is met u oh president Bashar al-Assad” zegt de presentator. Khalas, klaar, ik kan dit na al die dagen niet langer aanhoren, ik moet de straat op.

Ik loop het stemlokaal in het lokale politiebureau binnen. Tot in het lokaal aan toe hangt de hele verdieping vol Assad posters en aanmoedigingen vooral ‘ja’ te stemmen. Denkende dat ik een in het buitenland wonende Syrische ben (met blonde haren en groene ogen?) nodigt de mevrouw van het stemlokaal me uit te stemmen, een kans die ik maar aan me voorbij laat gaan. Vervolgens legt ze me het stemproces uit, terwijl ze driftig alvast “na’am” (ja) op enkele stembiljetten schrijft. Dat behoeft geen uitleg. Een enkeling heeft geluk en mag onder haar toeziend oog zelf “na’am” op het briefje schrijven en het in de stembus deponeren. Ondertussen noteert de dame alle namen van de mensen die gestemd hebben. Op die manier weet men precies wie er níet gestemd heeft – en wie in alle waarschijnlijkheid dus tegen is. Twintig minuten later sta ik, mét een in mijn handen gedrukte Assad poster, weer buiten.

’s Avonds, als het hele land feestviert, stap ik wederom in een taxi. De chauffeur kijkt achterom, werpt me een brede lach toe – “heel Syrië is gelukkig vanavond!” – en knalt bijna op de auto voor ons. Als ik uit het raampje tuur zie ik waar ik ook kijk het hoofd van Assad, in alle soorten, maten, kleuren en vormen. Niet te vermijden die kerel. “Ik heb een dochtertje, ze is 3” probeert de taxichauffeur mijn aandacht te trekken. “Ik heb haar van de week een foto van Bashar voorgehouden en haar ‘bi ruh, bi dam, nefdeek ya Bashar’ geleerd.” Zijn drie-jarige dochter weet nu dus te zeggen ‘met ziel, met bloed, verdedigen wij jou oh Bashar’. Afhangende van de gelegenheid valt het woord Bashar te vervangen met Nasrallah, met Filasteen (Palestina). Mijn taxichauffeur heeft ‘met bloed’ nogal letterlijk genomen. “Met mijn dochtertje op mijn schouders stond ik in het stemlokaal. Bi ruh, bi dam, nefdeek ya Bashar! riep ze, terwijl ik stemde. Ja, natuurlijk, met bloed op mijn duim!”

Bij het Umayyadenplein, een van de grote pleinen in de stad, stap ik uit. Jeugdig Damascus is uitgelopen en wordt helemaal wild als George Wassouf -ooit oproeper tot gebed van een moskee, nu een beroemde Syrische zanger- op het podium verschijnt. Ook deze dagen is het nog groot feest in Damascus; allerlei bekende zangers en zangeressen zijn ingeschakeld om het dagenlange feest zo lang mogelijk te rekken. Komen mensen alleen op deze gelegenheden af door de bekende namen, pikken ze een gratis concert mee en nemen ze het Assad-geschreeuw voor lief? Komen mensen hier uit oprechte blijheid met de verlenging van Assad’s ambtstermijn? Het is moeilijk te bepalen wat nu daadwerkelijke steunuitingen zijn. Leken de werkersfeestjes (van en voor mensen die voor de overheid werken) bij mij in de buurt voornamelijk verplichte nummers te zijn, de concerten maar vooral de optochten ter ere van Assad van de afgelopen dagen leken welhaast te blijken van steun. Maar, zoals ik al eerder schreef, je weet hier nauwelijks wat de mensen écht vinden en denken, en het is heel lastig daar wél achter te komen.

In de stad verschijnen ondertussen meer en meer felicitatieposters, de één nog groter dan de andere. De kranten van maandag waren uiteraard eensluidend jubelend over het resultaat van het ‘referendum’: de uitslag is immers dat ruim 97% van de 12 miljoen stemgerechtigden vóór Assad stemden, volgens de Minister van Binnenlandse Zaken een historisch hoog aantal en in zijn woorden een teken van de “briljantheid van de Syrische democratie.” Eén van de (Arabischtalige) kranten noemt de uitslag “een ware uitdrukking van de wens van het volk.”

© Faraasha Middle East Training & Advisory