Column: Een Gezin

Damascus

Mijn Damasceense gastgezin woont een paar huizen verderop in mijn straat. Hun huis is groot, en typisch Damasceens: een open binnenplaats met fontein en kamers die uitkomen op de binnenplaats waar ook een sinaasappel- en citroenboom in bloei staan, op wasdag de was hangt te drogen, en de kinderen hinkelen.

Het gezin bestaat uit vader, moeder, twee zoontjes, drie dochtertjes, en een oude, zieke oma waar iedereen constant omheen drentelt. Syrië kent geen verzorgingshuizen en dus wordt oma thuis verzorgd. Het hele gezinsleven speelt zich af in oma’s kamer van 30m, het grote huis ten spijt. Een ruziënde vader en moeder, gillende kleinzoontjes, de 3 huisparkieten, een lesjes opdreunende kleindochter (geschiedenis, Frans, aardrijkskunde, Arabisch – van basisschool tot en met universiteit moet alles woord voor word uit het hoofd worden geleerd), het arme mensje, dat stug Frans tegen me blijft praten in plaats van Arabisch, moet het allemaal nog meemaken.

Moeders vindt mij veel te dun en heeft het haar taak gemaakt daar wat aan te doen. Met één bord leeg eten neemt ze geen genoegen, en mijn protest “het is heerlijk maar als ik nog meer eet dan explodeer ik” maakt ondertussen geen indruk meer, en dus moet ik nog minstens twee scheppen wegwerken. Als ik geluk heb houdt het daarmee op, maar meestal is ze niet te vermurwen en krijg ik nog een schep te verwerken. Vervolgens moet ik nog drie glaasjes thee drinken, en dan is haar missie voor die dag weer volbracht.

Na het eten wordt manlief door moeders (en dus de baas in huis) opgedragen alle borden en potten naar de keuken te brengen, als hij geluk heeft met hulp van de kinderen. Ondertussen vraagt moeders mij de oren van ’t hoofd om zeker te weten dat het écht wel goed met me gaat. Ik ben niet de eerste Nederlandse studente die ze voorbij ziet komen. Vooral van de Nederlandse heren is ze gecharmeerd. Lachend vertelt ze me dat ze vindt dat, aangezien een islamitische man met 4 vrouwen mag trouwen, en een vrouw de helft minder van een erfenis krijgt dan een man, vrouwen dan ook maar met de helft van het aantal personen als de man zouden moeten mogen trouwen: twee mannen dus. Een interessant staaltje emancipatie’logica’. Grappend zegt ze dat ze een Nederlandse man wel ziet zitten, daar krijg je mooie blonde kindjes van met grote blauwe ogen. Haar luide schaterlach vult de kamer…

© Faraasha Middle East Training & Advisory