Oost-Jeruzalem
Mohammed is 4 keer op bedevaart naar Mekka geweest, gaat dit jaar een 5e keer, probeert 5 keer per dag te bidden, en drinkt geen alcohol. Volgens Samer zou hij daardoor niet eens zoveel als naar een fles alcohol moeten willen kijken, laat staan aanraken of zelfs proberen te verkopen.
Nu is Mohammed net terug uit Egypte en op de terugweg heeft hij in ’n taxfree winkel een paar flessen Johnnie Walker Black Label opgepikt. Mohammed heeft namelijk een winkeltje in de Oude Stad van Jeruzalem. Maar eerst wil hij zijn vrienden niet een goede deal onthouden. De flessen staan dus al dagen verleidelijk bij Samer in zijn kantoortje te wachten op verkoop. Het komt dus mooi uit dat ik whiskey niet kan waarderen, anders was ik ongetwijfeld ook onderwerp van zijn verkooptechnieken geworden.
Na twee dagen is Samer het ineens zat en sommeert Mohammed de flessen uit zijn kantoortje te verwijderen, en wel onmiddellijk. Ik vraag Samer waarom hij zo reageert – ik weet dat hij niet vies is van een borrel (“Mohammed, neem je de volgende keer een fles tequila mee? Dat lust ik tenminste!”). Hij zegt dat het niet de aanwezigheid van de alcohol is maar dat hij de dubbele houding van zijn vriend niet meer aan kan zien. Zelf drinkt hij, bidt nooit, ziet meisjes, etc. Ik vraag hem waarom híj nooit bidt. Hij zegt dat hij wel wil, maar tegelijkertijd houdt van zijn leven hoe het is op het moment, en liever níet bidt dan met een dubbel gezicht (“je hoort immers niet te drinken”) voor God op de knieën te gaan. De flessen verdwijnen dus uit zijn kantoortje.
Nog diezelfde middag komt Mohammed met een grote grijns op zijn gezicht binnen, vertellende hoe hij de flessen met flinke winst vrijwel onmiddellijk doorverkocht aan ’n Israëliër.
© Faraasha Middle East Training & Advisory